Om niet het idee te krijgen dat Canada dichtbevolkt is, verlieten we vanmorgen Vancouver maar eens. We hebben er twee-en-halve fraaie dagen gehad, maar het is nu tijd voor een portie ruige natuur. De kok was blijkbaar weer terecht dus kregen we andermaal een ontbijt waar we wel een tijdje op vooruit konden. Op een Sporza livestream op mijn telefoon zag ondertussen de zoveelste zege voor Quick Step in Spanje.
Het blijft wonderlijk dat het centrum van een stad als Vancouver met zoveel auto's niet vastloopt. Het sukkelt een beetje door de stoplichten maar vrij vlot reden we via Stanley Park de Lions Gate Bridge op en de stad uit. De Sea to Sky highway is de weg die Vancouver met de bergen (Whistler) verbindt. Voor de Winterspelen van 2010 is deze voor een flink deel verdubbeld qua rijbanen. De eerste stop was bij Horseshow Bay waar de veerboten aan het laden en lossen waren. In de haven zagen vissen, kwallen en zeesterren in alle soorten en maten, die laatsten waren wel tot 40 cm groot. Ergens daartussen drijft nu ook de beschermkap van mijn fotocamera (lens).
 |
Shannon Falls |
Shannon Falls was een fraaie tweede stop met een - zeker gezien het droge tijdperk - flinke hoeveelheid water die over de granieten stenen een paar honderd meter omlaag kletterde. Voor de meeste Aziaten de beste spot voor een selfie. Koffie/thee dronken we in Squamish, het enige grotere dorp op weg naar naar Whistler. Een dorp met duidelijk indiaanse oorsprong, getuige ook alle aanduidingen in 'twee talen', waarbij dat van de oorspronkelijke bewoners nog het meest lijkt op een gegenereerd password (met de cijfer 7 erin!). Hoewel je voor een snelle hap en drank bij de bekende ketens naast de weg terecht kon, reden wij de dorpsstraat in om de lokale economie te sponsoren. Daar werden filmopnamen gemaakt, geen idee voor welke soap, maar ze waren er flink druk mee.
 |
Brandywine Falls |
Brandywine falls was een compleet andere waterval. Een ogenschijnlijk onbeduidend stroompje maakte plotseling een vrije val van 70 meter. Met uitkijktpunt van boven had je mooi zicht ook op de prisma in het wegspattende water. Het was overigens bloedheet vandaag waardoor onze kleine uitstapjes al aardig wat inspanning vergden. Het zicht was beduidend minder dan de vorige dagen, mogelijk toch wat effect van de bosbranden. Morgen wordt er minder warm voorspeld, wel zo lekker, want 31 graden is voor een wandeling knap pittig. Al met al blijft de code voor bosbranden (knal)rood. Je mag het woord vuur bij wijze van spreken niet eens uitspreken.
In Whistler hadden we bij Tim Hortons een lekker soepje voordat we de zoektocht naar ons hotel begonnen. Dat was een aardige puzzel door de manier waarop het dorp is opgezet. Rondom een slingerende winkelstraat zijn alle lodges aangelegd, alles gericht op de wintersporter in het grootste skigebied van Noord-Amerika. Met googlemaps vonden we de Crystal Lodge waar een prima gekoelde fraaie kamer reeds klaar was voor ons.
Voor een wintersportoord is Whistler op deze zomerse dag zeer levendig. Niet in de laatste plaats door het hier enorm populaire downhill mountainbiken. Een continue stroom van fieters haken hun kar op de stoeltjeslift om vervolgens in een grote stofwolk de berg af te suizen. Ze zijn flink ingepakt met scheenbeschermers en integraalhelmen, maar aan het gestrompel te zien was dat niet voor iedereen afdoende. Bij de supermarkt deden we alvast boodschappen voor de wandeltocht naar Joffre Lakes die morgenochtend op het programma staat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten