donderdag 31 augustus 2017

Dag 6: Wells Gray Park


Na een paar dagen vroege start vanmorgen wat rustiger met het vertrek uit Kamloops. De etappe was dan ook niet zo lang, maar toch zouden we weer makkelijk een dag ermee vullen. Na een simpel 'continental' ontbijt bij het Travelodge hotel wat boodschappen gedaan en getankt zodat we weer een dag vooruit konden in de 'rimboe'. Want dat was het wel een beetje in de positieve zin van het woord.

Tot Clearwater was het 120 kilometer rijden, waarbij de woestijn weer overging in groene bossen. De weg liep door de vallei van de North Thompson rivier waar enige agrarische activiteit was. Onderweg zo hier en daar duidelijk donkere wolken die duidden op de bosbranden. Bij de koffiestop in Clearwater vertelde de uitbaatster dat de branden 'hours away' waren, maar dat die rook gisteravond plots was gekomen en dat ze het terras vanmorgen asvrij had moeten maken.

Wells Gray Provincial Park is een beetje een vergeten park in de nabijheid van de grote broers Jasper en Banff. Niet helemaal terecht want er is genoeg fraais te zien, maar ook wel weer prettig dat het nergens echt druk was. Opvallend dat we na 5 dagen niet een Nederlander vandaag zo'n beetje de hele dag landgenoten tegen kwamen. Wells Gray is ook het park van de watervallen waarvan wij vandaag de drie bekendsten bezochten. Spahat falls duikt mooi een diepe kloof in en is makkelijk te voet te bereiken. Voor Moul Falls moest je wel een uur lopen, maar helaas werd die optie ons niet gegund. Nogal wat wandelroutes waren gesloten in verband met de kans op bosbranden. Het brandde nergens concreet, dus de logica voor afsluiten ontging ons een beetje.

Dawson Falls is een soort kleine uitvoering van de Niagara, niet zo hoog maar wel heel breed (meer dan 100 meter). Helmcken Falls is grootste en bekendste waterval van het park. Het water klettert 140 meter lager in een diepe kloof en het zicht erop van bovenaf/opzij is erg fraai. Ook hier hoefde niet erg ver gewandeld te worden, dus we zochten nog even verder in het park. De verharde weg maakte plaats voor tientallen kilometers onverharde weg door een verder ondoordringbaar bosgebied. We vonden een fraaie wandeling naar de rivier waar het zo heerlijk stil was op het klotsen van het water na. Het enige dat nog ontbrak was de beer die aan de overkant pootje kwam baden.

Om terug te komen in Clearwater moesten we dezelfde wegen terug, zo'n 50 kilometer dirt en asfalt. Om 17:30 meldden we ons bij het Jasper Way Inn waar we een compleet appartement kregen met zicht op ... je verzint het niet ... Dutch Lake. Overigens afgeleid van Deutsch, maar dat vernamen we later. Het was niet zo bloedheet geweest als de afgelopen dagen, maar het was zalig om even in het meer te plonzen. Zo vaak zwemmen we niet met zicht op bergen om ons heen.

Een blik op Google Maps leerde dat The Painted Turtle wel eens de leukste restaurant optie zou kunnen zijn. Het lag op loopafstand en met terras aan hetzelfde Dutch Lake bovendien. De wandeling erheen was verrassend en typerend voor het lokale gebruik. Eerst zagen we een clubje ruiters dat oefende op rijden in een formatie. Even verderop was het helemaal gezellig. Elke donderdag (!) live muziek voor de locals die hun stoeltje meebrachten naar het park. Hoe country wil je het hebben? De voertaal op het terras was wederom Nederlands. Dat kwam wellicht door de campers die op het naastgelegen veld stonden. Wanneer komt MAX deze kant op voor opnamen?












woensdag 30 augustus 2017

Dag 5: Joffre Lakes, Indianen en Outback

De temperatuur was gezakt naar een koele 12 graden toen we Whistler achter ons lieten na het ontbijt bij (het inpandige) Starbucks. Dat we toch nog wat in het vroege ritme zitten kwam vandaag mooi uit. Na een uurtje rijden (omlaag, Pemberton en flink omhoog) parkeerden we om 8.45 uur de auto bij Lower Joffre Lake. We waren niet de eersten maar er was nog plaats genoeg op deze plek die blijkbaar de laatste jaren flink aan populariteit heeft gewonnen. In mijn 'voorstudie' kwam ik de wandeling naar de Joffre Lakes keer op keer tegen en telkens voorzien van superlatieven. Welnu, het was een flinke klim, maar zeker de moeite waard.



Lower Lake krijg je kado en veel mensen zouden er goed aan doen het daarbij te laten, maar wij begonnen aan de 4 kilometer klim met 500 hoogtemeters. Zwermen muggen roken vers vlees, maar  - met hulp van wat muggenspray - viel de last ervan uiteindelijk erg mee. Na 3 kilometer klimmen werden we beloond met zicht op het azuurblauwe Middle Joffre Lake. Vanaf daar werd het wat meer met handen en voeten klimmen over losse stenen. Langs een fraaie waterval klommen we naar eindpunt Upper Joffre Lake op 1600 meter hoogte. Wie dacht dat daar een mooie open ruimte was voor een pic-nic kwam bedrogen uit. Balancerend op losse keien zochten we een plekje voor onze meegebrachte lunch. Zicht op de gletscher die continu de drie meren van vers helder water voorzag. Met een graad of 20 en windje was het uitstekend wandelweer.

We zaten duidelijk in de voorhoede vandaag, want op onze weg terug kwamen we hele horden wandelaars tegen. Zuchtend en steunend zonder de juiste spullen had een aantal duidelijk geen idee waar ze aan begonnen waren. Eentje vroeg op het makkelijkste eerste deel of hij al over de helft was. Een clubje Aziaten zag wel in dat de kinderwagen niet zo'n briljant idee was, maar dacht met kind op de arm wel verder te klimmen. Pfft.

We voelden de benen wel enigszins, maar kregen na de wandeltocht rust. We hadden nog een paar honderd kilometer voor de boeg naar Kamloops. Een route die ik ook niet kende en die ruig en afwisselend bleek. Na een landschap van 'gorges' ging het over in pure outback met de dorre sagebrush struiken die eerder aan Arizona doen denken dan aan Canada.

We reden duidelijk nog door indianengebied, want opvallend afwezig waren alle bekende ketens van hotels en food die normaal bij elk stadje om aandacht schreeuwen. Nou kwamen we ook nog al te veel bewoning tegen. Eerste was na een uur Lilooet, een verzameling gammele houten huisjes en trailers, kenmerkend voor indianenland. Nu weet ik dat ze het als minderheid niet altijd makkelijk hebben in Noord-Amerika, maar ze bakken er eerlijk gezegd ook weinig van. Het Rugged Bean Cafe kon echt wel een upgrade gebruiken.

Marielle heeft haar eerste kilometer op Canadees grondgebied gereden. Het was even wennen aan de Mitsubishi RVR, zeker omdat het gelijk alweer flink op en af was, maar de wegen zijn ruim en het verkeer rustig. Geleidelijk was er iets meer agrarische activiteit te bespeuren, maar daarvoor moet wel flink gesproeid worden in deze woestijn. Van de bosbranden merkten we niet veel meer dan af en toe een stukje geblakerd terrein langs de weg. Vorige week nog was de weg nabij Cache Creek afgesloten geweest. Dat zou betekend hebben dat we zo'n 100 kilometer om hadden moeten rijden, maar daarvan was nu geen sprake.

Na de bergen, outback en armzalige indianendorpen was de drukte van de stad Kamloops ineens wel even schrikken. Met een beetje mazzel reden we rechtstreeks naar ons hotel toe. Bij het inchecken vertelden we dat we verbaasd waren dat het vandaag weer zo warm was geworden. De hotelbaas zei dat we met 32 graden nog boften omdat het een paar dagen terug nog 40 was. We zijn in Canada, echt waar.

Na een lange dag was het handig dat Denny's om de hoek zat. De Chicken en Salmon Skillet  smaakten prima na een dag waarop we vrij sober gegeten hadden (een hele kunst in dit land). Omdat 'downtown' een paar blokken verder lag een wandeling om de spijs te verteren. Het leek allesbehalve bruisend - en dat is het na Vancouver en Whistler uiteraard ook - maar er was toch wel wat te beleven. Wat te denken van een rangerende goederentrein, een winkelstraat al (of nog?) in kerstverlichting, een scootmobiel met disco en ... een Red Wings winkel. Je maakt het allemaal mee in Kamloops.

dinsdag 29 augustus 2017

Dag 4: Sea to Sky

Om niet het idee te krijgen dat Canada dichtbevolkt is, verlieten we vanmorgen Vancouver maar eens. We hebben er twee-en-halve fraaie dagen gehad, maar het is nu tijd voor een portie ruige natuur. De kok was blijkbaar weer terecht dus kregen we andermaal een ontbijt waar we wel een tijdje op vooruit konden. Op een Sporza livestream op mijn telefoon zag ondertussen de zoveelste zege voor Quick Step in Spanje.

Het blijft wonderlijk dat het centrum van een stad als Vancouver met zoveel auto's niet vastloopt. Het sukkelt een beetje door de stoplichten maar vrij vlot reden we via Stanley Park de Lions Gate Bridge op en de stad uit. De Sea to Sky highway is de weg die Vancouver met de bergen (Whistler) verbindt. Voor de Winterspelen van 2010 is deze voor een flink deel verdubbeld qua rijbanen. De eerste stop was bij Horseshow Bay waar de veerboten aan het laden en lossen waren. In de haven zagen vissen, kwallen en zeesterren in alle soorten en maten, die laatsten waren wel tot 40 cm groot. Ergens daartussen drijft nu ook de beschermkap van mijn fotocamera (lens).

Shannon Falls
Shannon Falls was een fraaie tweede stop met een - zeker gezien het droge tijdperk - flinke hoeveelheid water die over de granieten stenen een paar honderd meter omlaag kletterde. Voor de meeste Aziaten de beste spot voor een selfie. Koffie/thee dronken we in Squamish, het enige grotere dorp op weg naar naar Whistler. Een dorp met duidelijk indiaanse oorsprong, getuige ook alle aanduidingen in 'twee talen', waarbij dat van de oorspronkelijke bewoners nog het meest lijkt op een gegenereerd password (met de cijfer 7 erin!). Hoewel je voor een snelle hap en drank bij de bekende ketens naast de weg terecht kon, reden wij de dorpsstraat in om de lokale economie te sponsoren. Daar werden filmopnamen gemaakt, geen idee voor welke soap, maar ze waren er flink druk mee.

Brandywine Falls
Brandywine falls was een compleet andere waterval. Een ogenschijnlijk onbeduidend stroompje maakte plotseling een vrije val van 70 meter. Met uitkijktpunt van boven had je mooi zicht ook op de prisma in het wegspattende water. Het was overigens bloedheet vandaag waardoor onze kleine uitstapjes al aardig wat inspanning vergden. Het zicht was beduidend minder dan de vorige dagen, mogelijk toch wat effect van de bosbranden. Morgen wordt er minder warm voorspeld, wel zo lekker, want 31 graden is voor een wandeling knap pittig. Al met al blijft de code voor bosbranden (knal)rood. Je mag het woord vuur bij wijze van spreken niet eens uitspreken.

In Whistler hadden we bij Tim Hortons een lekker soepje voordat we de zoektocht naar ons hotel begonnen. Dat was een aardige puzzel door de manier waarop het dorp is opgezet. Rondom een slingerende winkelstraat zijn alle lodges aangelegd, alles gericht op de wintersporter in het grootste skigebied van Noord-Amerika. Met googlemaps vonden we de Crystal Lodge waar een prima gekoelde fraaie kamer reeds klaar was voor ons.

Voor een wintersportoord is Whistler op deze zomerse dag zeer levendig. Niet in de laatste plaats door het hier enorm populaire downhill mountainbiken. Een continue stroom van fieters haken hun kar op de stoeltjeslift om vervolgens in een grote stofwolk de berg af te suizen. Ze zijn flink ingepakt met scheenbeschermers en integraalhelmen, maar aan het gestrompel te zien was dat niet voor iedereen afdoende. Bij de supermarkt deden we alvast boodschappen voor de wandeltocht naar Joffre Lakes die morgenochtend op het programma staat. 



maandag 28 augustus 2017

Dag 3: Op walvisjacht

Het is voor mij de vijfde keer dat ik in Vancouver ben, maar toch heb ik weer nieuwe dingen gezien en gedaan, zoals de boottocht die we voor vandaag geboekt hadden. Het begon wel met tweemaal plan B. Om te beginnen ging ons ontbijt bij het hotel de mist in, omdat de kok niet was komen opdagen. Serieus. Starbucks om de hoek bracht uitkomst.


Het was prachtig zonnig weer en zee leek er spiegelglad bij te liggen toen we om 8 uur de Granville brug over wandelden. Toen we ons om 08.15 meldden bij het kantoor van Wild Whales Vancouver was onze verbazing groot dat onze tocht van 9 uur een uur was uitgesteld vanwege de te wilde zee. Een rondje door de gezellige Public market en een koffie later meldden we ons bij de boot. We hadden gekozen voor een overdekte met open zijramen en daar hadden we geen spijt van. Op de open boten werd je in een beschermend pak gehesen en dan nog zouden de golven om je oren vliegen. Dit was avontuurlijk genoeg zo. Met een stuk of 20 klanten aan boord voeren we het zeegat uit.

Zoals ze al voorspelden werd de zee snel bumpy. Je ziet het aan de zee niet zien, maar met een snelheid van 25 knopen begonnen we flink te stuiteren. Het voelde alsof je met de auto te hard over een slechte zandweg reed. Weet niet of de schipper en de gids het speelden dat onze koers wederom aangepast werd vanwege de zee, maar dan deden ze het wel goed. We voeren rustiger water tegemoet in de Howe Sound, een doodlopend stuk water met diverse kleine en grote eilanden. Deels waren die bewoond, maar dat woon je wel echt van god en alle mensen verlaten. Op een heleboel bijeen gebonden boomstammen troffen we de eerste luierende zeehondjes. Even later een bald eagle boven in een boom. En nog meer zeehonden en vogelsoorten rustend op een rots.

Maar ... nog steeds geen walvissen. Gisteren waren ze ook pas laat in de middag gesignaleerd. We begonnen aan het succes te twijfelen toen onze schipper over de boordradio te horen kreeg dat ze ter hoogte van Vancouver gesignaleerd waren. In het gedeelte dat eerder als te wild was bestempeld. De ride daarheen werd dan ook echt bumpy. De ramen moesten dicht om niet te verzuipen, maar het was het helemaal waard. We troffen een stuk of vijf orca's die zich af en toe lieten zien en volgens onze gids hun lunch bijeen zochten. Ze dacht dat er zeehond op het menu stond van deze 'killer whales'. Ze op de foto krijgen was wel een uitdaging, want als je ze zag waren ze alweer weg en de boot deinde er flink op los zodat je wel altijd een hand in steun moest houden, afgezien van zeebenen.


Na ruim 4 uur meerden we weer aan op Granville Island. Op de wal was de temperatuur alweer opgelopen tot 27 graden dus onze trui en jas konden rap weer uit. Blijft een wonderlijk eiland dat gedeeld wordt tussen toeristen en vrachtwagens van de betonfabriek.

Met de auto daarna nog een toertje door Stanley Park gemaakt en op een paar fraaie punten gestopt. Aan het eind van de middag was het een stuk rustiger in het park en de avondzon kleurde fraai. Morgen laten we Vancouver achter ons en rijden over de Sea to Sky Highway naar Whistler.

zondag 27 augustus 2017

Dag 2: Vancouver te fiets en te voet

Klassieke 'fout' op vakantie is om je eerste dag te veel te doen, maar het was ook zulk mooi weer en er was zoveel moois te zien. Na de te verwachte 'brakke' nacht (9 uur tijdsverschil overbrug je niet in een dag) schoven we om 7 uur aan voor het ontbijt. Dat was me een bord waar we wel een halve dag op konden teren: bruin brood, scrambled eggs, bacon, worstje en hash browns (gebakken aardappels).

Het was rustig op straat - zondag immers - toen we naar de fietsenwinkel liepen. In een mum van tijd hadden we twee rijwielen te pakken. Beetje wennen qua 'zit', maar het fraaie weer en de fietspaden langs het water lonkten. Op zo'n schitterende zondagochtend lijkt half Vancouver wel actief. Veel fietsers, skaters, joggers en wandelaars op paden langs Falls Creek, English Bay en Stanley Park. Het ene uitzicht was nog fraaier dan het andere, dus er werden aardig wat 'rolletjes' vol geschoten.

Stanley Park is een geweldig fraai natuurgebied grenzend aan downtown Vancouver dat zich uitstekend leent voor de fiets. Vancouver is aan alle kanten omgeven door water en ongetwijfeld ontstaan door de ideale ligging aan de monding van de rivier die de boomstammen uit het binnenland aanvoerde en de natuurlijke zeehaven aan de andere kant. Halverwege Stanley Park merkte je de invloed van de zee: meer wind en golfjes op het water. Erg grappig was de zeehond die lag te zonnebaden op een rots en netjes poseerde voor onze camera. Werd ook niet direct zenuwachtig van de kanoers die hem passeerden.

Na drie uur fietsen en een koffie/theestop bij een voormalig Roundhouse (keerlus van de vroegere spoorlijn) vervolgden we onze stadsverkenning te voet. Het zuidelijke deel van downtown is pas in de laatste decennia ontwikkeld. Die plek was voorheen in gebruik voor hout- en andere industrievormen. Via het Olympische (voetbal-)stadion en de ijshockeyhal van de Vancouver Canucks bereikten we China Town en Gastown, twee oudere wijken van de stad. Het contrast met de dure appartementen van Granville kan haast niet groter. Hier erg veel zwervers, artiesten en bedelaars op straat. Portland heeft de naam 'weird' te zijn, maar Vancouver kan er op punt van excentriciteit ook wat van.

De gasklok toeterde zijn deuntje voor de talrijk aanwezige toeristen. Canada Place, de aanlegsteiger voor cruiseschepen, lag 'vol' met onder andere de Noordam van de Holland America Lijn. Wat een varende flatgebouwen zijn die schepen. Het was een laden en lossen van brandstof, bagage en opvarenden. Even verderop was het ook een komen en gaan maar dan van watervliegtuigjes. Harbour Air vloog af en aan naar onder andere Vancouver Island. Leuk om het gepruttel van deze toestellen te horen en zien. Al met al liepen we alweer uren in de steeds warmer wordende zon. Het was ruim na 5 uur toen we onze stadswandeling erop hadden zitten en lekker verkleurd op bed neerploften. Morgen gaan we varen.


zaterdag 26 augustus 2017

Dag 1: Amsterdam - Vancouver

Op voorhand een waarschuwing als het eerste verhaal wat warrig is, want een 9 uur langere dag is een aardige aanslag op onze hersens. Terwijl de duisternis zich hier aandient maar een verhaaltje tikken tegen het in slaap vallen, nadat we een eerste verkennende wandeling gemaakt hebben in Vancouver.

De reis verliep bijzonder voorspoedig. De rij bij KLM en bij paspoorten was eigenlijk zo opgelost en bij de security check was niet eens sprake van een rij. Dus nog wat tijd voor een stop bij de airport lounge waar ik van de bank naartoe mag. Boarding was ook vrij simpel, niet de 'lastige vragen' die je bij een trip naar de VS krijgt en ook niet gedoe met veel te veel handbagage zoals op Europese vluchten tegenwoordig. Twee plekjes bij het rechterraam bleken een goede keuze, want na een paar uur dichte bewolking kregen we plotseling fraai zicht op Groenland. Wat uit de lucht leek op bootjes waren (uiteraard) drijvende ijsbergjes. Een paar maaltijden, een film en wat uren hangen verder waren we blij dat we na ruim 9 uur vliegen de daling inzetten. Zicht op de Rocky Mountains daarbij was prachtig. We zagen ook een paar pluimpjes rook van bosbranden, maar erg veel leek dat niet.

Om 13.45 locale tijd een zachte landing op het vliegveld van Vancouver. Immigratie en douane wordt daar grotendeels door een computer afgehandeld en nog geen uur later waren we aan het zoeken naar de balie van Alamo voor onze auto. Dat duurde voor ons gevoel iets langer dan nodig (wanneer wordt dat proces eens efficient?) maar om 15.30 tuften we in onze rode Mitsubishi dinges (type moeten we nog opzoeken) richting de stad. Prachtig weer en een boel stoplichten verder vonden we ons hotel Granville Suites (net over Granville bridge waar 'downtown' begint) dat van buiten nauwelijks opvalt.


De hoeveelheid informatie die de Aziatische mevrouw bij inchecken over ons heen stortte was maar net te verwerken voor onze inmiddels half slapende hersens, maar het kwam er onder andere op neer dat we gratis mochten parkeren in de garage omdat ik al in maart had geboekt. Nadat we onze spullen in de fraaie ruime kamer op de 10e verdieping hadden gedropt wilden we wel eens de benen strekken en iets aan het hongerige gevoel doen. Op Granville Bridge hadden we prachtig zicht op allerlei vaartuigen onder ons van kano's, waterfietsen en watertaxi's tot fraaie jachten. Onder ons ook Granville Island, een tot uitgaanscentrum omgetoverd oud havengebied. De route om er te komen was wat onlogisch (vond een local zelf ook toen we het vroegen). In het zonnetje werkten we er de 'afhaalchinees' naar binnen die we in het food court gekozen hadden. Prima tegen het slappe gevoel dat zich van ons meester had gemaakt. Een vrolijke gezellige boel om ons heen op dit eiland waar veel draait om water en boten.

Terug de brug over richting downtown zochten we een bank. Granville street was duidelijk een van de oudere straten van de stad en nu vooral uitgaanscentrum. De talloze horeca gelegenheden stroomden vol, maar ook de stoep stond soms volgepakt. Dat bleek te gaan om de bokswedstrijd 'van de eeuw' die op schermen te zien was. Met een berg gepinde dollars op zak werd het tijd om ons bed op te zoeken. Op naar een eerste onrustige nacht na een dag die 9 uur langer duurde. Zo warrig is het verhaal toch ook niet geworden, maar nu wel tijd om .... zzz.

PS Wie heeft er nu gewonnen?

vrijdag 25 augustus 2017

Klaar voor vertrek

Toch altijd een gek moment. Na maanden voorbereiding (en voorpret) is het ineens zover dat je de koffer staat vol te proppen met altijd wat teveel kleding (want je weet maar nooit). Voor mij betekent het dat ik feitelijk wat lichter reis dan naar een atletiektoernooi, want ik neem maar een camera en een lens mee. Veel meer heb ik ook nog niet, maar het scheelt wat kilo's in de tas.

Met het inchecken bij KLM voor de rechtstreekse vlucht naar Vancouver komt vertrek weer een stapje dichterbij. We vliegen pas om 13.00 uur dus geen nachtbraken en tijd genoeg om de tandenborstel morgen nog in te pakken. Daar staat tegenover dat morgen 9 uur langer zal duren, dus een pittige dag zal het sowieso worden.

Hopelijk duren de plichtplegingen bij immigratie/douane en autoverhuur op het vliegveld van Vancouver niet zo lang en kunnen we vlot met auto richting ons hotel in Vancouver en de benen strekken.

De weersvoorspellingen zijn prima, flink zonnig en zo'n 26 graden voor de komende dagen. Om die reden ook alvast voor maandag een boottocht geboekt om hopelijk wat groot 'wild' op het water te zien. Enige zorgpuntje blijven de bosbranden elders in de staat. Mogelijk dat we later in de week onze route iets om moeten leggen, daarvoor zullen we de berichten in de gaten moeten houden.

Let's go!

woensdag 16 augustus 2017

Terug naar de Canadian Rockies

De eerste keer dat ik de 'grote plas' overstak (in 1992 met mijn vader) zat er flink stuk van British Columbia en Alberta in de route van de georganiseerde fly-drive. Een indrukwekkende kennismaking die later gevolgd werd door diverse bezoekjes aan die regio in zomer en winter. De laatste keer was ter gelegenheid van de Olympische Winterspelen in Vancouver in 2010. Toen de zus van mijn tante vorig jaar voorstelde om eens langs te komen in Calgary ontstond het idee om dat plan dit jaar te realiseren. Met als reispartner Marielle, die na haar bezoek aan New York (marathon 2014) ook wel nieuwsgierig was naar Canada. Zo ontstonden de plannen voor een 14-daagse trip van Vancouver naar Calgary. Leuke bijkomstigheid is dat Canada dit jaar 150 jaar bestaat en alle nationale parken vrij toegankelijk zijn.

Ervaringen en tips leerden dat slaapruimte vooral in en rond deze parken vrij schaars kan zijn. Daarom met nodige puzzelen vrijwel alles vooraf geboekt. Planning wel zodanig gemaakt dat er meer tijd in de natuur dan in de auto doorgebracht zal worden. De fly-drive route in 1992 was wat dat betreft een goede les. Dagafstanden van 500 km zijn echt zonde als je daardoor prachtige locaties alleen van achter het stuur te zien krijgt. Na twee dagen in Vancouver rijden we via Whistler, Kamloops en Clearwater naar Jasper in het gelijknamige nationale park. Dan via een aantal etappes naar Lake Louise en Banff om uiteindelijk in Calgary de zus van mijn tante op te zoeken. Dat komt kort gezegd neer op heel veel natuur tussen twee steden in.