Tot Clearwater was het 120 kilometer rijden, waarbij de woestijn weer overging in groene bossen. De weg liep door de vallei van de North Thompson rivier waar enige agrarische activiteit was. Onderweg zo hier en daar duidelijk donkere wolken die duidden op de bosbranden. Bij de koffiestop in Clearwater vertelde de uitbaatster dat de branden 'hours away' waren, maar dat die rook gisteravond plots was gekomen en dat ze het terras vanmorgen asvrij had moeten maken.
Wells Gray Provincial Park is een beetje een vergeten park in de nabijheid van de grote broers Jasper en Banff. Niet helemaal terecht want er is genoeg fraais te zien, maar ook wel weer prettig dat het nergens echt druk was. Opvallend dat we na 5 dagen niet een Nederlander vandaag zo'n beetje de hele dag landgenoten tegen kwamen. Wells Gray is ook het park van de watervallen waarvan wij vandaag de drie bekendsten bezochten. Spahat falls duikt mooi een diepe kloof in en is makkelijk te voet te bereiken. Voor Moul Falls moest je wel een uur lopen, maar helaas werd die optie ons niet gegund. Nogal wat wandelroutes waren gesloten in verband met de kans op bosbranden. Het brandde nergens concreet, dus de logica voor afsluiten ontging ons een beetje.
Dawson Falls is een soort kleine uitvoering van de Niagara, niet zo hoog maar wel heel breed (meer dan 100 meter). Helmcken Falls is grootste en bekendste waterval van het park. Het water klettert 140 meter lager in een diepe kloof en het zicht erop van bovenaf/opzij is erg fraai. Ook hier hoefde niet erg ver gewandeld te worden, dus we zochten nog even verder in het park. De verharde weg maakte plaats voor tientallen kilometers onverharde weg door een verder ondoordringbaar bosgebied. We vonden een fraaie wandeling naar de rivier waar het zo heerlijk stil was op het klotsen van het water na. Het enige dat nog ontbrak was de beer die aan de overkant pootje kwam baden.
Om terug te komen in Clearwater moesten we dezelfde wegen terug, zo'n 50 kilometer dirt en asfalt. Om 17:30 meldden we ons bij het Jasper Way Inn waar we een compleet appartement kregen met zicht op ... je verzint het niet ... Dutch Lake. Overigens afgeleid van Deutsch, maar dat vernamen we later. Het was niet zo bloedheet geweest als de afgelopen dagen, maar het was zalig om even in het meer te plonzen. Zo vaak zwemmen we niet met zicht op bergen om ons heen.
Een blik op Google Maps leerde dat The Painted Turtle wel eens de leukste restaurant optie zou kunnen zijn. Het lag op loopafstand en met terras aan hetzelfde Dutch Lake bovendien. De wandeling erheen was verrassend en typerend voor het lokale gebruik. Eerst zagen we een clubje ruiters dat oefende op rijden in een formatie. Even verderop was het helemaal gezellig. Elke donderdag (!) live muziek voor de locals die hun stoeltje meebrachten naar het park. Hoe country wil je het hebben? De voertaal op het terras was wederom Nederlands. Dat kwam wellicht door de campers die op het naastgelegen veld stonden. Wanneer komt MAX deze kant op voor opnamen?