maandag 4 september 2017

Dag 10: Icefields Parkway

Ik lig op het grote bed in Mountaineer Lodge, Lake Louise de belevenissen van vandaag te tikken. Dit was me wel weer een dag. Kort samengevat: het mooiste weer en de mooiste route. Nu de iets langere versie op notabene Labor Day. Een beetje gezochte aanleiding om een lang weekend te vieren in Noord-Amerika, maar aangezien men hier niet heel veel vakantiedagen heeft, is een extra lang eerste weekend van september wel zo welkom.

De dag begon in Jasper in dichte mist en erg koud. Met een temperatuur net boven nul reden we de Icefields Parkway op. Dat is de weg van Jasper naar Lake Louise, een van de mooiste routes op aarde. Het is maar 220 kilometer maar we hadden er de hele dag voor nodig. En dan hebben nog best wel wat mooie punten overgeslagen. De mist trok snel op, maar bleef boven het water nog even hardnekkig hangen. Dat gaf bij de Athabasca waterval een spookachtig beeld. Sunwapta Falls lag niet meer in de mist.

En toen kwamen de gletsjers. Ik weet niet hoeveel in totaal, maar vanaf de weg zijn de meesten prachtig te zien, zeker nu het vandaag ansichtkaartenweer was geworden. Van de bekendste, de Athabasca gletsjer is een beetje een attractie gemaakt. Toeristen worden uit hun eigen bus overgezet in een Tourbus. Die rijdt naar de rand van het ijsveld en daar stapt men over in de gletsjerbus die je op de ijsvlakte brengt. En dan mag je een stukje door de sneeuw lopen. Dit voor slechts 90 dollar. Maar goed, als je zelf niet in staat bent een berg op te klimmen of je nog nooit ijs in het echt gezien hebt is het wel een leuke trip.


Wij kozen voor een wandeltocht een paar kilometer verderop die op internet aanbevolen werd: Parkers Ridge. Na 2,5 km klimmen kom je op een uitzichtpunt op de Sasketchawan gletsjer. Nou zijn ze erg goed in alles en nog wat aanduiden, maar wij vonden het daarboven een tikkie verwarrend. Een geel bordje rechtdoor en omlaag maar ook een pad rechts en omhoog en op beide paden liepen wandelaars. Wij kozen voor rechts. Daardoor misten we uiteindelijk Parkers Ridge punt, maar ... we vonden wel ons eerste grote wild in de vorm van een kudde mouflons. We moesten er een eind voor boven de boomgrens klauteren, maar daar stonden een stuk of 12 bergschapen voor ons.

Wonderlijk tafereel bij The Crossing, een kleine nederzetting (benzinepomp, motel, shop en restaurant) bij de enige afslag op onze route vandaag: een toerist die in het restaurant vraagt hoe hij in British Columbia komt. Of hij hier nu links of rechts af moet. Ze laten hier ook iedereen in een auto rijden.

Volgende stop was Peyto Lake. Er zijn een aantal kenmerkende bergmeren in de Canadese Rockies en daarvan is dit er zeker een. Bekend om zijn felle groen-blauwe kleur en de vorm die doet denken aan een wolfskop. Op het normale fotopunt wemelde het weer van de (druk brabbelende) Aziaten, maar wij vonden een veel rustiger en mooier punt iets verder- en hogerop. Zo indrukwekkend meer met de zon precies goed voor de foto. Maar helaas we moesten nog een stukje verder.

Tegen zes uur melden we ons bij het Mountaineer Lodge waar we alweer vlot voorzien worden van onze kamersleutel. Een prachtige dag die ook wat fotomateriaal voor de kalender van 2019 heeft opgeleverd. Die van 2018 zagen we immers vandaag al in de shops liggen.

Na ons avondmaal zijn we nog even wezen kijken bij het beroemdste Lake van de Rockies. Het was er gezellig rustig met wat hotelgasten van het Chateau en een paar wandelaars (en Japanse fotografen). Paar foto's gemaakt van de net opkomende maan boven het imposante kasteel-hotel en nog even binnen gekeken in het bijzonder luxe gebouw.

Chateau bij Lake Louise

1 opmerking:

  1. onze herinneringen komen weer levendig bovendrijven bij het zien van deze prachtige foto's!

    BeantwoordenVerwijderen